Zee, zand en zon

10 augustus 2014 - Hoi An, Vietnam

Hoi An ligt vlak aan zee. Eigenlijk ligt een groot deel van Vietnam redelijk vlak aan zee. Onze stranddag op het eiland Quan Lan was deels verregend, dus gaan we hier in de herkansing. Sinds Quan Lan konden we in ieder geval zeggen dat we in de Zuid Chinese zee hadden gezwommen. Het strand daar was wel interessant en we hadden er een heerlijke dag samen, maar het bounty gevoel was daar ver te zoeken: een mager zonnetje en dan ook nog al die troep langs de vloedlijn.
Op de leenfietsen van ons hotel trekken we er vandaag dus op uit. Drie kilometer fietsen langs rijstvelden en over bruggetjes is geen straf. Bij de strandoprit worden we belaagd door een stuk of vijf vrouwen die maar al te graag bereid zijn om een daagje op onze tweewielers te passen. Gistermiddag hadden Wim en ik al wat voorwerk gedaan, een stranduurtje ingelast en hier onze fietsen achtergelaten. Nu lopen we vastberaden door in de richting van een van de ongeveer tien strandtentjes die langs het strand op een rij staan. We hadden ontdekt dat je je fiets mag stallen bij een strandtent en ook nog ligbedden met parasol krijgt als je tussen de middag luncht in het restaurantje. We gaan dus voor riant en nemen plaats op de vier verstelbare ligbedden onder een grote, rieten parasol. Snel in badkleding en de verkoelende golven in. Nog steeds de Zuid Chinese zee, maar nu met droomstrand. De kinderen baalden wel eens dat hun ouders al die prachtige stranden hadden ontdekt voordat ze door stromen van toeristen op de kaart werden gezet, maar nu zijn ze helemaal blij. Weliswaar is dat voor hun twee voor twaalf, maar er staat hier nog geen hotel en er is maar een handje vol buitenlandse vakantiegangers. Weliswaar geen palmen, maar de gezellige rieten afdakjes maken het exotisch en bijzonder. De zee is verfrissend, de golven precies hoog genoeg. Het strand loopt langzaam af en er liggen net weer andere schelpen dan in Nederland. De zon schijnt ondanks wat witte wolken uitbundig. Later, terug in het hotel, blijken we dan ook best wel wat verbrand.
Voordat we terugfietsen naar Hoi An zien we echter nog iets moois: lokale vissers varen uit in hun op grote badtobbes lijkende eenpersoons roeibootjes. De boten schijnen gemaakt te zijn van gevlochten bamboe. De binnenkant is zeker op die manier vervaardigd. De visser heeft een roeispaan ter beschikking. Deze steekt hij door een lus aan de bovenrand van zijn boot en roert zichzelf letterlijk de open zee in. Verder heeft hij een net bij zich en steekt er aan de voorkant van de boot een bamboestok uit met daaraan een lantaarn bevestigd. Hieruit kunnen wij opmaken dat de visser in ieder geval een tijd in het donker op zee zal blijven. De vrouwen van de uitgevaren mannen blijven op het strand achter en spelen met de kinderen. De zee is nu kalm, maar we kunnen ons voorstellen dat de vrouwen niet altijd zo onbezorgd achterblijven als hun echtgenoten en zonen op pad gaan op die onvoorspelbare oceaan…

Jouw reactie