Terug in de tijd

9 augustus 2014 - Hoi An Ancient Town, Vietnam


Wandelend door de straten van Hoi An denken Wim en ik steeds terug aan de eerste weken van onze China rondreis in de zomer van 1995. De trappelende baby in mijn buik is nu een hele kerel die een kop groter naast me loopt en alles goed in zich opneemt. Nu ziet hij geen ‘mensen met spleetogen’ door mijn navel zoals hij als kleine jongen regelmatig beweerde. Als hij echter wel een kijkje heeft kunnen nemen via deze wel zeer ongewone uitkijkpost, dan moeten hem de straten van Hoi An wel vertrouwd zijn voorkomen. Inderdaad is een groot deel van Hoi An ontwikkeld door Chinezen die hun land ontvluchtten en hier een bloeiende handelsstad opbouwden. Dezelfde houten huizen met houten balkon onder de lage daken met keramische dakpannen. Dezelfde pilaren in de gebouwen en ook soortgelijk houtsnijwerk. Alles wat verfijnder en veel beter onderhouden. In 1995 was het stadje Dali in China nog maar net toegankelijk voor individueel reizende toeristen. Fantastisch mooi, maar verwaarloosd. Niet zo lang geleden zagen we foto’s bij onze buurvriend Tjerk, die Dali 15 jaar na ons bezocht. Zonder twijfel hetzelfde Dali, maar nu opgepoetst en klaargestoomd voor het toerisme. We vragen ons af hoe Hoi An er jaren geleden uitzag.

Ook in Hoi An is er tot onze grote vreugde veel lokaal toerisme. Er is goed nagedacht door de plaatselijke overheid hoe de stroom nieuwsgierige bezoekers het beste langs alle bezienswaardigheden geloodst kan worden. Het resultaat is een verzamelticket waarmee je zelf vijf plaatsen kunt bezoeken uit een lijst van 18. Van het prachtige toegangsbewijs wordt dan steeds een coupon afgeknipt bij bezoek aan een van de panden. We bezoeken een woonhuis, een Chinees gemeenschapshuis, een tempel, een buishuis (een smal koopmanshuis) en natuurlijk het keramiekmuseum – dat kan Wim niet overslaan. Op deze laatste plek worden we blij onthaald. De arme man krijgt vast nauwelijks aanloop. De collectie is mooi - veel oude Japanse en Chinese stukken - maar de eigenlijke schat is het huis zelf. Eerder die dag hadden we meer woonhuizen gezien – we kregen steeds een leuke rondleiding met een matig tot goed verhaal. Helaas ook commercie in de vorm van enkele kamers die omgetoverd zijn tot souvenirshop.

Maar dit huis is op de keramiektentoonstelling na helemaal in originele staat. Geen dames in traditionele kleding die her en der aan kleine groepen bezoekers hun verhaal doen en en passant een verkooppraatje houden. Hier een vriendelijke, oudere heer die onze coupon afknipt en ons vervolgens lekker laat rondstruinen in het huis dat we geheel voor onszelf hebben. Ook hier maak ik een reis terug in de tijd. Nu naar een ver verleden, een tijd die ik zelf niet meemaakte. Een tijd die ik in mijn verbeelding probeer boven te halen, geïnspireerd door de verhalen die ik ooit las over China van de schrijfster Pearl S. Buck. Zo hoor ik de kooplieden van toen lucratieve zaken doen onder het genot van het drinken van groene thee. Ook zie ik jonge meisjes met lange zijden jurken op het houten balkon zitten, verborgen onder het laag overhangende dak, terwijl moeder met enkele vrouwelijke familieleden een passende huwelijkskandidaat bespreekt…

De beelden vertroebelen als er na een half uur een paar andere toeristen aarzelend over de drempel stappen en hun toegangskaarten tevoorschijn halen. Met een glimlach en een Vietnamees dankwoord stappen we de drukke straat weer op. Nu is het de beurt aan anderen om de betovering van dit schemerige oude huis te ontdekken.

We eindigen onze rondwandeling waar hij begon: bij de Japanse brug. Deze eeuwenoude, overdekte brug herbergt een heus tempeltje en lijkt veel op een oude tolbrug. Ongemerkt hebben we al bijna drie weken afbeeldingen van deze brug met ons meegedragen. Op de achterkant van het 20.000 dong biljet prijkt een afbeelding van dit historische bouwwerk, terwijl op de voorkant een beroemd man uit de recentere geschiedenis staat: Ho Chi Min.

Jouw reactie