Tashkent leren kennen

31 maart 2019 - Tashkent, Oezbekistan

Is het de wekker, een telefoon, de intercom? Een bruusk geluid wekt ons uit een diepe slaap. Nee, de wekker klinkt anders, dus de telefoon. Ik neem op en hoor een vreemde taal. Slaapdronken meen ik de intercom in handen te hebben en druk op een knop ... verbinding verbroken ... nu pas word ik echt wakker: 9 uur in Tashkent. We zijn in Oezbekistan en zijn nog maar even geleden in slaap gevallen.
Vier uur tijdverschil. Het duurt even voordat ik op gang ben. We zetten thee, eten wat brood dat we nog over hebben van gisteren en een mueslireep. Dan de straat op. Zaterdagmorgen en er rijden maar een paar auto's over de brede boulevard. Eerst geld wisselen. De automaat bij de bank tegenover is leeg maar er blijkt gelukkig een balie open waar we kunnen wisselen. Zo stoppen we onze eerste kleine miljoen Oezbeekse som in de portemonnee en voelen ons rijk. Een goed ontbijt ligt binnen handbereik. Wandelen richting station en we steken onderweg het enorme Amir Timur plein over.

standbeeld

Amir Timur, de vader des vaderlands uit lang vervlogen tijden. Kolossen van moderne gebouwen zomen de breed opgezette boulevards: musea, overheidskantoren en luxe hotels. Vlakbij het station een bord overheerlijke broodjes en gesterkt lopen we het grote stationsgebouw in. Het eerstvolgende uur zijn we druk met het kopen van treinkaartjes voor de reis naar Samarkand. Ons Oezbeeks is net zo goed als het Nederlands van de vriendelijke dame aan het loket. Blij ben ik nu met het voorwerk dat ik deed in Bennekom. Trein nummer 10 moet het worden. De luxe, snelle Afrosiab express vertrekt om half acht en met vooruitziende blik had ik op de site van Uzbekrail gekeken naar wat latere opties. Met veel gebaren, mijn notitieblaadje en over en weer glimlachen komen lukt het. Natuurlijk paspoorten laten zien en eindeloze kopietjes maken, formulieren invullen en stempels plaatsen. Maar dan hebben we ook wat: vertrek 9.13 uur de volgende dag vanaf station Zuid. Eens zien hoe we daar kunnen komen, want de metro gaat niet die kant op. Nu pakken we wel de ondergrondse. Een netwerk van drie lijnen, opgezet na de grote aardbeving van 1966. De ondergrondse gewelven zijn enorm hoog en overal versierd met mozaieken. Helaas mag er hier niet worden gefotografeerd lazen we in onze reisgids.

markthal

Nog geen half uur later slenteren we over de kleurrijke markt in het 'oude centrum'. Omdat dit destijds het hardst getroffen werd door de aardschokken is de term relatief. De markthallen zijn behoorlijk nieuw en lijken van een afstand meer op een moskee. Kleurrijk is het en we wandelen langs een keur aan groenten en fruit, granen en specerijen, vlees en brood. Ergens vinden we een terrasje waar we pittige vlees spiesjes (Wim monitort het grill proces) wegspoelen met de inhoud van grote mokken thee. Om ons heen gezellig keuvelende marktgangers die bijkomen van de zaterdagmiddag inkoop.
Ons volgende doel is het luxe Gran Mir Hotel. Ik las dat je hier je officiële toeristenbelasting registratie kunt laten doen als je in een particuliere accommodatie logeert zoals wij. Voorheen mochten buitenlanders alleen in hotels logeren maar ook deze regel is versoepeld zolang je maar de officiële verblijfstax van bijna twee euro per persoon per nacht betaalt. Daar kunnen we prima mee leven maar zijn wel blij dat de receptionist dit voor ons in orde maakt. Als we dan een stukje verderop bij een officieel Ucell kantoor een simcard weten te bemachtigen zijn we er helemaal klaar voor. Laat Oezbekistan maar komen!
Vlakbij eten we vroeg ons avondeten in een duidelijk populaire tent. Een bord vol met spiesjes, rijst en frietjes. De salade laten we nog even staan. We wandelen terug langs de brede avenues en merken op dat het nu, op zaterdagavond, echt druk is geworden. Na een kop thee en een warme douche crashen we echt en rollen even over negenen onze bedden in.

Jouw reactie