Over propaganda, motormuizen en nog meer treinen

22 juli 2014 - Bắc Hà, Vietnam

Van onze reis door China kenden we het nog: propaganda door schallende luidsprekers op het marktplein, grote affiches met blije gezichten terwijl op de achtergrond de ideale stad met flatgebouwen en lommerrijke parken prijken met daarin metershoge standbeelden van de grote communistische leiders. Die standbeelden ontbreken tot nu toe in het straatbeeld. Maar de grote, blije posters staan wel in het centrum van iedere plaats. Op de een of andere manier passen ze niet echt in het beeld dat we tot dusver van een communistisch land hadden. In Vietnam wel woonflats, maar geen troosteloze Sovjetwoonblokken. Geen staatswinkel, maar veel kleine ondernemingen: winkels van Sinkel, theestalletjes, marktkramen, mobieltjeswinkels, te veel om op te noemen. Privéondernemingen floreren en doen je vergeten dat er in dit land al enkele decennia de rode vlag met hamer en sikkel regeert.

Jammer genoeg kunnen we geen Vietnamees spreken en ontmoeten we maar weinig lokale mensen die de Engelse taal machtig zijn. Zoveel vragen! In China zaten op elke straathoek ouderen in blauwe kielen met opstaande boorden. Wat hadden zij allemaal meegemaakt tijdens het bewind van Mao of misschien al eerder onder de laatste stuiptrekkingen van het keizerrijk of de start van de republiek? Ook hier waren de laatste 100 jaar zeer roerig. Over de Vietnamoorlog hebben we veel gehoord en gelezen, het bootvluchtelingendrama op afstand meegemaakt. Maar bijvoorbeeld de slag tegen de Fransen bij Điện Biên Phủ? Ook hier zullen de ouderen veel te vertellen hebben, ontberingen hebben doorstaan en geliefden verloren. Wij zien slechts de posters als herinnering aan de glorieuze over-

winning van het Noorden op het Zuiden en het Amerikaanse imperialisme. Nee, nog iets: iedere ochtend worden we samen met de bevolking van Bac Ha gewekt door marsmuziek, gevolgd door opzwepende verhalen die we helaas niet kunnen verstaan. Hieraan kan niemand ontsnappen en het doet ons even denken aan de oproep voor gebed in islamitische gebieden. Deze oproepen worden enkele malen per dag herhaald en schallen door de hele plaats. We zien echter niemand de pas versnellen of juist inhouden. Ook nu weer past dat niet in het plaatje. Of klopt ons plaatje gewoon niet?

Na de peptalk van zes uur staan we tegen zevenen vlot op, pakken ons boeltje en ontbijten.

Om half negen staan we bij het restaurantje dat motorfietsen verhuurt. Even later zijn we voorzien van een exemplaar met versnellingen en een automaat, en vier helmen en houden we de regenkleding paraat. De eerste druppels zijn alweer gesignaleerd. Na en korte instructie brommeren we Bac Ha uit en halen we bij een pomp net buiten de bebouwde kom wat litertjes benzine. Intussen giet het en komen de regencapes van Xenos weer goed van pas.

Na de afslag richting Coc Ly gaat het serieus storten en het eerste stuk van de weg is slecht vanwege een nabijgelegen zandafgraving met de nodige vrachtwagens die het wegdek hebben vernield. Het prachtige landschap maakt alles goed. Rijstterrassen, watervallen, houten huizen en daar omheen steeds weer buffels die lekker in het gras van de regen lijken te genieten. Marius zit geconcentreerd en zeer tevreden kijkend op zijn schakelbrommer, helemaal in zijn element. Anne stoer rechtop achter Marius, de krullen wapperend vanonder haar rode dophelm. Rechts naast ons beneden in het dal zien we de gevolgen van de tyfoon: die rivier is flink buiten zijn oevers getreden en lijkt het hele dal te vullen.

Een uur later zien we de blauwe afdakjes van de markt. Na het bewaakt stallen van de brommers in de modderpoel naast de weg kruipen we het modderpad omhoog. De markt is letterlijk in het water gevallen. Van de verkoop van bloemen waarvoor deze markt bekend staan geen spoor te bekennen. Wel wat kleding- en frutselkraampjes, tientallen eetstalletjes, een herenkapper en ook hier weer een hele reeks souvenirkramen. We blubberen wat rond, bewonderen de mooi aangeklede dames en drinken iets. Inmiddels is het niet alleen droog geworden, maar begint ook de zon weer door te komen. Zo beginnen onze kleren te drogen.

De terugrit is fantastisch. Nu kunnen we goed stoppen voor foto’s en worden we echt droog. Koud hebben we het niet gehad. Als we wat verder boven komen, dringen er wolkenflarden de vallei binnen. De mysterieuze sfeer die Wim en ik zo vaak hebben ervaren tijdens de regenperiode in Nepal is hier helemaal aanwezig.

Terug in Bac Ha blijkt dat we de bus van één uur nog kunnen halen en bestellen we snel wat borden fried rice. Het busje komt voorrijden als het eten net op tafel staat, maar de restauranteigenaar regelt dat we nog even af kunnen eten. Na een rit van twee uur arriveren we in Lao Cai. De gewone treinkaartjes zijn op drie na uitverkocht, maar we worden binnen de kortste keren meegenomen naar een kantoortje buiten het station waar kaartjes voor de particuliere rijtuigen worden verkocht. Met flinke korting kunnen we vier geannuleerde kaartjes voor een vierpersoons couchette kopen. We lopen wat rond in deze aangename stad aan de grens met China, eten nog wat en stappen rond half zeven in de trein. Het slaapcompartiment is comfortabel. Vier fris opgemaakte bedden, airco, en een standaard met aardewerken theebekertjes, flesjes water en opfrisdoekjes. Een jongen komt langs met thee en even later zetten we zelf koffie met de door ons gekochte zakjes kant-en-klaar koffie en het hete water dat je hier zelf naast de ingang van elk treinstel kunt tappen. In tegenstelling tot de dagtrein nu een zittoilet en een prima wasbak voor het poetsen van de tanden en wat poedelen.

We kletsen nog wat, maar gaan al rond negen uur slapen, moe van alle indrukken van vandaag.

Jouw reactie