Op naar Hoi An, of hoe je overdag in een slaapbus reist

8 augustus 2014 - Hoi An, Vietnam

Nu weten we eindelijk hoe een slaapbus er uit ziet. Na de slapeloze nachten in vliegtuig en trein hadden we bedacht dat reizen in een slaapbus zeker niets voor ons zou zijn. Maar keer op keer hoorden we enthousiaste verhalen en dan gaat het toch een beetje kriebelen. Vandaag kregen we onverwacht de kans om zo’n vehikel te testen. De bus die we via het hotel boekten (niet eerder gedaan, maar de prijs was oké en voor onze aardige hoteleigenaar leek het ons toch wel wat zielig dat we geen tour bij hem kochten) bleek bij aankomst een heuse slaapbus te zijn. En daar zitten-liggen we nu dan in.
Hoe moet je je deze bus voorstellen? Bij binnenkomst krijg je meteen een plastic zak toegestopt. Daar moet je je schoenen in doen en op kousenvoeten verder. Er zitten drie rijen in de bus: links en rechts langs de zijkanten en een in het midden. Alle rijen hebben boven nog een verdieping bedden. In de beneden bedden moet je heel laag instappen. Je onderbenen gaan onder een soort kunststof klep die aan de kant van de slaper nog heel hoog is en dan naar de slaapstoel van degene voor je schuin naar beneden afloopt. Eerst dacht ik een mooi plekje voor mijn tas gevonden te hebben, maar even later bleek dat deze helling juist de ruimte is voor het neerklappen van de stoel van je voorganger. Je gaat dus bijna op de grond zitten, boven je het bed van de bovenbuurman, te bereiken via een trapje, de onderbenen in een vakje en de rest van je lichaam ‘boven water’. Je kunt zitten, maar ook je rugleuning heel ver naar achteren klappen totdat je bijna plat ligt. Helaas bleek het formaat ligstoel alleen groot genoeg te zijn voor Anne en mij. Marius en Wim moesten een soort consensus vinden tussen slecht liggen en redelijk ongemakkelijk zitten. Heel goed te doen voor een paar uur overdag, maar niets voor ons om mee door de nacht te reizen. Bovendien zit je door deze bus-indeling ongezellig ver uit elkaar.

Rond lunchtijd zijn we al in Hoi An en gaan, na het bekijken van enkele echt te dure of te slechte hotels, op het aanbod in van een straatronselaar. Even later hebben we voor 20 dollar de meest luxe familiekamer tot nu toe met een prachtige badkamer en vier gratis huurfietsen. Iets boven ons budget, maar wel lekker. Hoi An blijkt een heel gezellig plaatsje te zijn met in het centrum alleen laagbouw en een bouwstijl die ons aan Dali in Lijiang in Zuid China doet denken. Wel bergen toeristen en bijna ieder pand is een winkel, restaurant of een andere, aan toerisme gerelateerde winkel.

In een achterafstraat belanden we in café 41. Heerlijk eten en erg vriendelijke eigenaren. Lekker vers tapbier ook. Lachen: elk derde biertje gratis. Achteraf drinken Wim, Marius en ik ieder twee biertjes voor bij elkaar 40 eurocent. Dat ik nog eens aan het bier zou gaan…

Jouw reactie